Op safari!

3 oktober 2017 - Bukoba, Tanzania

Een nieuwe blog over alweer onze 4e week in Rubya, we zijn dus alweer op 1/3e van ons coschap!

Afgelopen week stond ik de hele week op de kinderafdeling met Dr. Elice. Alhoewel, de hele week, het was eigenlijk maandag t/m woensdag En dit was wel even wennen na mijn 3 weken met de Nederlandse tropenarts! Het Swahili van Marieke kan ik namelijk meestal wel verstaan, omdat ze heel rustig praat en dezelfde uitspraak van het Swahili heeft als wij. Dat van Dr. Elice daarentegen gaat heel snel en daarbij vliegt ze in razendsnel tempo over de afdeling heen, dus was er maandag vrij weinig van de hele visite te volgen. Na een paar uur achter haar aan te hebben gelopen en briefjes en statussen te hebben geschreven was ik er dan ook wel redelijk klaar mee voor de dag. Maar, nieuwe kansen voor dinsdag als ik iets meer gewend ben, dacht ik toen. Dinsdag bleek toen wel een heel andere dag te worden dan ik had gedacht. Na het lopen van de ochtendronde zagen we dat er redelijk wat zieke kindjes op de afdeling lagen waarover we ons toch wel zorgen maakten. Daarbij was er één kindje met ernstige malaria, ongeveer 6 jaar oud, die sinds de nacht bloed braakte en telkens bloedneuzen had (een teken van zeer ernstige malaria).
Toen ik ’s middags nog een keer bij dit kindje ging kijken, leek ze meer pijn aan haar buik te hebben en leek deze ook meer opgezet dan in de ochtend. Omdat ik nog niet zo goed weet welke beslissingen ik zelf mag nemen en ook pas sinds 2 dagen op de kinderafdeling stond, besloot ik Dr. Elice er meteen bij te roepen. Gelukkig hebben we haar nummer, en stond ze binnen 5 minuten op de kinderafdeling. Samen namen we het kindje mee om snel een echo te maken van haar buik om zeker te weten dat ze niet aan het bloeden was of iets dergelijks. We hadden haar snel op een brancard gelegd naar de echokamer vervoerd, maar helaas moest de echografiste nog gezocht worden. Er is namelijk in het hele ziekenhuis maar 1 iemand die echo’s kan maken, en aangezien ze haar telefoon niet opnam moesten we haar dus ergens in het ziekenhuis gaan zoeken. Gelukkig was er op de echo niks bijzonders te zien en stuurden we het kindje en de familie dus alvast terug naar de afdeling terwijl wij op zoek gingen naar de uitslagen van de bloedtest die we die ochtend hadden aangevraagd. We wilden namelijk zeker weten dat het kindje geen anemie (te laag bloedgehalte) had door al het bloedbraken en de bloedneuzen. Het bloedgehalte bleek veel te laag te zijn, en dus had het kindje een bloedtransfusie nodig. Het probleem was echter op dat moment dat er weer nauwelijks bloed was in het ziekenhuis. In Nederland is het heel vanzelfsprekend dat je bloed aan kunt vragen als een patiënt dat nodig heeft, maar hier hebben we al meerdere keren meegemaakt dat operaties niet door kunnen gaan of patiënten niet direct geholpen kunnen worden omdat er gewoon geen bloed beschikbaar is. En dat terwijl er sowieso al de regel is dat alle patiënten die een bloedtransfusie krijgen dit bloed moeten vervangen, waarbij dan een familielid bloed moet geven. Dit is best een uitdaging, aangezien zieken (inclusief mensen met HIV of andere overdraagbare ziekten) en zwangeren (en vrouwen zijn hier natuurlijk veel vaker zwanger dan in Nederland) geen bloed mogen geven. De patiënt mag het ziekenhuis dan ook niet verlaten voordat dit is gebeurd. Blijkbaar is het toch niet zo’n waterdichte constructie, aangezien het ziekenhuis wel vaker zonder bloed zit! Voor het kindje van onze afdeling kon gelukkig nog wel wat bloed ergens vandaan getoverd worden, en dus besloten we daarop te wachten zodat we het daarna zo snel mogelijk mee konden nemen naar de afdeling en aan het kindje konden geven. Maar terwijl we bij het laboratorium zaten te wachten hoorden we op straat een vrouw heel hard schreeuwen en hoorden we iemand anders zeggen dat er een kindje op de kinderafdeling was overleden. Toen wisten wij natuurlijk al wel om welk kindje het ging… Het kindje was helaas al overleden voordat wij haar verder hadden kunnen helpen.
Achteraf bleek ook dat het kind al zeker een week ziek was geweest met hoge koorts voordat zij in het ziekenhuis was opgenomen. Na een paar dagen was moeder met het kind naar een lokale dispensary gegaan (soort buitenpost van het ziekenhuis in de kleinere dorpen), waar ze haar hadden geadviseerd naar het ziekenhuis te gaan. In plaats van dit advies op te volgen, was ze echter naar huis gegaan en had ze herbal drugs gebruikt van de lokale ‘dokter’ (witch doctor), omdat ze geen geld had om naar het ziekenhuis te gaan. Toen het daarmee na een week niet beter ging kwam ze dus alsnog naar het ziekenhuis, wat uiteindelijk helaas te laat bleek te zijn. De dinsdag van afgelopen week was dus wel een heftige dag. Heel verdrietig ook om te zien dat het zeker ook wel wat met de verpleegkundigen op de afdeling doet, maar dat zij er wel al aan gewend zijn dat er meer jonge kinderen overlijden op de afdeling en dus ook gewoon doorgaan met grapjes maken en hun dagelijkse taken.
Die dag heb ik ook ervaren hoe fijn het is om met 3 co-assistenten hier te zijn in plaats van bijvoorbeeld helemaal alleen. Thuis konden we het er nog eens uitgebreid over hebben, want ook Luka bleek een heftige dag te hebben gehad. Stijn maakte veel goed met super lekker zelfgemaakt watermeloen sorbetijs, dat we met z’n allen hebben opgegeten.

Hoewel de 2 co-assistenten die hier voor ons zaten zeiden dat zij maar enkele keren stroomuitval hadden gehad, is dat voor ons zeker anders! De stroom valt vaak meerdere keren per dag uit, maar tot nu toe meestal overdag zodat we er niet zo veel last van hebben. Woensdagavond kwam daar verandering in, toen de stroom rond etenstijd uitviel. Het is hier rond half 7 al donker, en dan zonder elektriciteit ook echt helemaal donker! Op dat moment moesten we ook nog koken, maar hoe snijd je dan te groenten zonder enige vorm van licht in huis… Stijn en Luka haalden daarvoor hun hoofdlampen tevoorschijn, en stonden dus allebei in de keuken met hoofdlamp op de groenten te snijden en het eten klaar te maken. Met daarna dus een diner bij kaarslicht met z’n drieën! Dat zag er echt heel grappig uit (zie foto).

Donderdag liep ik de hele dag met de echografiste mee, en vrijdag hadden we aan dr. George (de baas van het ziekenhuis) toestemming gevraagd om de dag vrij te nemen. We hadden namelijk dit weekend afgesproken om met (bijna) alle Nijmeegse co’s die in Tanzania zitten een weekendje weg te gaan! Super gezellig met z’n dertienen, en een mooie manier om alle ervaringen vanuit alle ziekenhuizen uit te wisselen. We vertrokken om 6(!) uur ’s ochtends om naar Robundo island te gaan. Dit is een eiland in het Victoria meer, waar onder andere giraffen, olifanten en apen zitten. We reisden eerst een uur met de taxi, waarna we met een grotere bus naar een klein dorpje aan de kust zouden gaan van waaruit de boot zou vertrekken. Dat kunnen we hier dus niet zoals in Nederland van tevoren allemaal al vastleggen, maar wordt allemaal via via geregeld. We wisten dus ook niet hoe laat de bus precies zou vertrekken. Van de co-assistenten voor ons hadden we een nummer gekregen van iemand die deze reis wel voor ons zou kunnen regelen. We sms'ten hem en hij zei dat we om 7 uur in Muleba moesten zijn, dus gingen we daar met de taxi heen. Je moet je daarbij voorstellen dat we bij aankomst in Muleba met 3 wazungu in een taxi nogal wat bekijks trekken, en er dus ook letterlijk al een aantal Tanzanianen het laatste stuk voordat we tot stilstand komen met de auto mee rennen. Vervolgens openen ze het portier en proberen ze er allemaal achter te komen waar we heen moeten om te proberen ons met hun bus of taxi daarheen te brengen. We hadden dus al met een man gesproken over een bus die vanuit Muleba zou gaan, maar omdat we hem alleen via de telefoon hadden gesproken hadden we natuurlijk geen idee welke van de veel te snel pratende Tanzanianen deze man nou was. Gelukkig begon 1 van hen in het Engels tegen ons te vertellen dat hij wist waar we heen moesten en we hem moesten volgen, en bracht hij ons naar de goede bus! In de bus bedachten we wederom dat we geen idee hadden waar we eruit moesten, maar meestal wordt hier ook al snel aangenomen dat de wazungu wel weer niet zullen weten hoe het allemaal werkt, en worden we wel wat extra geholpen. De bus stopte bij een klein dorpje, waarna heel hard de naam van het dorpje werd geroepen en wij dus wisten dat we uit moesten stappen. Soms toch ook wel handig dus, zo’n blank huidje.
Daar restte ons nog het laatste stukje van de reis, en dit deden we per Pikipiki! Dit zijn brommertjes waar je dan met bagage en al achterop kunt springen. De locals zitten daar vaak met 4 mensen op (inclusief een hoop bagage), maar voor ons wazungu werden 3 aparte pikipiki’s verzameld. Je moet je voorstellen dat zij dan redelijk hard over alle zandweggetjes met stenen en kuilen rijden. En als de bestuurder een helm op heeft is dat al een uitzondering, laat staan dat zij er dan ook nog een voor hun passagiers hebben..
Maar, veilig aangekomen in het dorpje, vertrokken we met de grote groep blanken op de boot naar Robundo island! Na een half uurtje met de boot en nog een stuk met de auto kwamen we bij onze huisjes aan, die aan de kust van het Victoriameer bleken te liggen. Het eerste wat we zagen was een bord: beware of crocodiles and hippos… Geen goed idee om te gaan zwemmen dus.
Die middag gingen we op bootsafari en zagen we een hele hoop mooie vogels en een aantal grote krokodillen. De dag erna vertrokken we ’s ochtends vroeg op wandelsafari, waarbij we vooral veel insecten zagen en uitleg kregen over de omgeving. Als laatste voor die dag stond er een auto-safari op de planning, waarbij we een heleboel bushbucks (soort herten), nijlpaarden en giraffes zagen! Er werd ons verteld dat er ook een heleboel olifanten op het eiland zouden moeten zitten, maar wij kwamen helaas niet veel verder dan het spotten van voetafdrukken in het zand.

We sloten de dag af met wat biertjes bij het kampvuur, om na een korte nacht op zondag weer allemaal richting ‘huis’ te gaan. En gezellig weekend dus waarin we met de andere co-assistenten ervaringen uit konden wisselen en natuurlijk alle supermooie dieren konden bekijken. En dan voelt het nu we er alweer 4 weken wonen toch best een beetje als thuiskomen in ons huisje in Rubya na zo’n weekendje weg!

Foto’s

4 Reacties

  1. Rita van Duijnhoven:
    3 oktober 2017
    Weer een super indrukwekkend verhaal. Geweldig dat jullie zo goed voor elkaar zorgen. Xx
  2. Milou:
    3 oktober 2017
    Wauw indrukwekkend zeg!
    Dikke kus van je zus, Haha :D xxx
  3. Rita van Duijnhoven:
    4 oktober 2017
    Mooie foto's.
  4. Jolanda:
    4 oktober 2017
    een hele belevenis , maar leuk om te lezen. succes verder